Skip to main content
Home  › ... Nieuws

Nieuws

Lees hier meer over alle ontwikkelingen binnen kinderpalliatieve zorg. En bekijk alle belangrijke data in de landelijk agenda.


Implementatie regeling actieve levensbeëindiging 1-12 jaar

We leggen uit hoe door alle betrokkenen wordt gewerkt om deze regeling straks op een goede manier te kunnen implementeren.


Op 14 april jl. is het kabinetsbesluit genomen dat er een regeling komt voor de levensbeëindiging van zieke kinderen van 1 tot 12 jaar, die ernstig en uitzichtloos lijden. Daarmee is Nederland straks het eerste land ter wereld met een regeling als deze. In dit artikel leggen we uit hoe door alle betrokkenen wordt gewerkt om deze regeling straks op een goede manier te kunnen implementeren.

De NVK en het Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg zijn samen met diverse belanghebbenden sinds 2015 op weg deze regeling te realiseren. ‘Het ministerie van VWS heeft in deze periode zeer zorgvuldig, in nauwe verbinding met de beroepsgroep en gebaseerd op de ervaringen van ouders en artsen aan de totstandkoming van deze regeling gewerkt. 'De meeste bij kinderpalliatieve zorg betrokken kinderartsen en ouders zijn opgelucht dat de regeling er eindelijk komt’, aldus Meggi Schuiling-Otten, bestuurder van het Kenniscentrum. ‘Gaandeweg werd me vaak gevraagd of het niet veel te lang duurt voordat de regeling er komt. Maar een dergelijk complexe regeling vraagt om zorgvuldige, ethische en juridische wegingen en dat heeft tijd nodig. Daarvoor is dit vraagstuk te complex. We zijn het eerste land ter wereld waar een regeling komt voor wilsonbekwame kinderen’. Bovendien, vertelt ze, ‘is deze tijd ook nodig geweest om goed onderzoek te doen en de palliatieve zorg die deze kinderen nodig hebben eerst te optimaliseren. In de aanloop naar deze regeling  hebben we in het hele land Kinder Comfort Teams en Netwerken Integrale Kindzorg ingericht. Ook is kennis en scholing veel beter en standaard beschikbaar.

Ondraaglijk lijden

Ondanks alle verbeteringen en ontwikkelingen op het gebied van kinderpalliatieve zorg blijft er een kleine groep kinderen die ondraaglijk lijdt in de laatste weken van het leven. Vaak kinderen met zeer complexe, zeldzame ziektebeelden. ‘Ondanks alle pogingen en de uitstekende zorg en middelen die wij ter beschikking hebben voor goede palliatieve zorg, lukt het dan niet het lijden van deze kleine groep kinderen te verlichten. Deze kinderen zijn meestal niet goed te sederen, bijvoorbeeld omdat ze tijdens hun leven al zulke zware medicatie krijgen. Ook hebben zij veelal ondraaglijk veel pijn en andere vormen van discomfort. Zorgprofessionals en ouders staan dan machteloos, zijn wanhopig en vragen zich af: waarom moet dit kind uitzichtloos lijden en mag het niet comfortabel sterven, waar het levenseinde toch al niet meer afwendbaar is? Niet alle geneeskundige beroepsgroepen en patiëntenvertegenwoordigers staan positief tegenover deze regeling. Zo zijn er bijvoorbeeld bedenkingen vanuit geloofsovertuigingen die begrijpelijk zijn. Of de Artsen Verstandelijke Gehandicapten, zij geven aan dat de kinderpalliatieve zorg binnen de gehandicaptenzorg nog veel beter moet. Dit inzicht delen wij. De kinderpalliatieve zorg verdient in de gehandicaptenzorg nog veel meer aandacht, en tegelijkertijd weten we dat dit voor deze kleine groep kinderen niets zou oplossen. Het gaat immers om situaties waarin de palliatieve mogelijkheden tekortschieten om hun lijden te verzachten. Bij het levenseinde van deze kleine groep kinderen komen we aan de grenzen van de maakbaarheid in de geneeskunde. Om het lijden te stoppen kiezen sommige ouders er op dit moment voor hun kind te laten versterven door te stoppen met vocht en voeding. De praktijk leert dat dit proces bij kinderen lang kan duren, in het ergste geval tot meerdere weken. Alle betrokkenen ervaren dit als mensonterend en ondraaglijk om aan te zien. Daarom is het belangrijk dat deze regeling er komt, dat versterven niet meer de enige optie is als het lijden aan het einde van het leven van ernstig zieke kinderen ondraaglijk is geworden. Deze regeling is een vorm van barmhartigheid.’

Nog te zetten stappen

Op basis van een evaluatie is nu besloten de huidige regeling Late Zwangerschapsafbreking en Levensbeëindiging Pasgeborenen, die we in Nederland al hebben, uit te breiden voor kinderen van 1 tot 12 jaar. De conceptregeling is inmiddels uitgewerkt. De datum van inwerkingtreding en de regeling zullen in de Staatscourant worden gepubliceerd. Nu is nog niet precies bekend wanneer dat gaat gebeuren. De verwachting is dat dit 1 januari 2024 zal zijn. Volgens Eduard Verhagen, kinderarts en hoogleraar kinderpalliatieve zorg, die jarenlang meegewerkt heeft aan de komst van deze regeling zijn we er dan nog niet. ‘Op het moment dat de regeling in werking treedt is het belangrijk dat artsen en ouders vertrouwen hebben in en kennis hebben over de regeling, zodat deze gebruikt kan worden als bedoeld is. Daarvoor moeten we nog een aantal stappen zetten.’ Samen met de beroepsgroep en patiëntenverenigingen bereidt het kenniscentrum de volgende zaken voor:

  • Er wordt een communicatiestrategie over de regeling uitgewerkt, zodat de informatie voor iedereen toegankelijk wordt, men bekend raakt met de regeling en weet wat het inhoudt en wat niet. Ook zal de regeling straks zichtbaar worden op: www.lzalp.nl.

  • Kinder Comfort Teams worden geschoold over de regeling omdat we verwachten dat veel vragen hierover bij hen terecht zullen komen. Denk aan vragen als: ‘om welk deel van de palliatieve zorg gaat dit nu eigenlijk?’, of: ‘Waar ligt de grens tussen symptoombestrijding en actieve levensbeëindiging?' Met scholing willen we bereiken dat zij zich straks vertrouwd voelen met de materie en hierin een betekenisvolle rol kunnen vervullen voor ouders en andere zorgprofessionals.

  • Belangrijke voorwaarde voor het gebruik van de regeling is dat artsen die overwegen actieve levensbeëindiging toe te passen hun casus voorleggen voor advies. Er wordt een adviescommissie ingesteld bestaande uit medici gespecialiseerd in kinderpalliatieve zorg en sedatie, juristen en ethici waaraan artsen voorleggen of ze daadwerkelijk alles hebben gedaan om het lijden te verlichten en alle stappen hebben gezet die nodig zijn. Dit is nodig om later bij de commissie aan te tonen dat aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan. Op dit moment wordt bekeken of het Artsensteunpunt van het kenniscentrum daarvoor anders ingericht kan worden.

  • We zoeken samenwerking en geven toelichting aan het Openbaar Ministerie (OM) over de regeling. Zij zijn betrokken omdat de regeling wilsonbekwame personen betreft en dus onderdeel is van het Wetboek van Strafrecht. Na levensbeëindiging wordt er een melding gedaan bij het Openbaar Ministerie. Zij geven hun eindoordeel, gebaseerd op de context waarbij het oordeel van de multidisciplinaire beoordelingscommissie zwaar weegt. Het is belangrijk dat dan kan worden aangetoond dat de beëindiging heeft plaatsgevonden in een situatie van ondraaglijk en uitzichtloos lijden en niet in een strafrechtelijke context. Zorgvuldig voorwerk van de adviescommissie is daarom essentieel om te voorkomen dat artsen terechtkomen in dit gebied. Dat is een gevoelig punt voor artsen. Om te zorgen dat de regeling straks gebruikt wordt, vragen we het OM hun visie over de regeling te delen met de personen die betrokken zijn bij de toepassing. Daarmee willen we de afstand tussen artsen en het OM zo klein mogelijk maken, zodat er geen misverstanden bestaan en, door de zorgvuldigheidseisen die zijn opgesteld, de kans op vervolging minimaliseren.

Nieuwe regeling

Verwacht wordt dat de regeling voor hooguit vijf tot tien kinderen per jaar van toepassing is. In de casuïstiekbeschrijving die aan de regeling wordt toegevoegd en die voortkomt uit onderzoek staat beschreven op welke kinderen de regeling van toepassing zal zijn. Hoeveel en welke situaties we precies tegen gaan komen is onbekend en moeten we ondervinden.  Eduard Verhagen: ‘We moeten ons realiseren dat we een regeling maken voor een handeling die in de praktijk nog nooit is voorgekomen. Als de regeling er eenmaal is moeten we ook niet stoppen met nadenken hierover.’ Op basis van bevindingen kunnen nieuwe aanvullende criteria geformuleerd en toegevoegd worden. De evaluatie van de juridische procedure en nazorg hoort erbij om deze regeling tot een succes te krijgen. ‘En succes betekent niet dat we de regeling hebben kunnen toepassen, maar de keren dat het gelukt is om goed sterven onderwerp van gesprek te laten zijn. Dat de keuze voor actieve levensbeëindiging bespreekbaar is en men het heeft kunnen overwegen.’


Deel deze pagina

Mogelijk ook interessant


Terug naar nieuwsoverzicht

Nieuws

Lees hier meer over alle ontwikkelingen binnen kinderpalliatieve zorg. En bekijk alle belangrijke data in de landelijk agenda.

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste nieuws rondom kinderpalliatieve zorg.